Verhitte discussie gister op het Marxisme Festival over 'waarom bestaat
de sociaaldemocratie nog'. In een zaal waar meer dan alle stoelen gevuld waren
namen bepaalde socialisten opmerkelijke posities in en moest de
sociaal-democratie het op alle niveau's ontgelden. In de zaal zaten echter ook
socialisten die zelf aangesloten zijn bij een sociaaldemocratische partij, en
socialisten die veel samenwerken met sociaaldemocraten. Wat volgde was niet
noodzakelijk de meest productieve discussie.
Rob Gerritsen hield een inleiding over de ontwikkeling van de
sociaaldemocratie, vanuit de 19e eeuw tot nu. Wat er volgde stond echter niet
helemaal in relatie tot de opzet van de discussie of de inleiding. De eerste
helft van de discussie bestond er voornamelijk uit dat een aantal ultralinksen
zoals 'Wibo van de IBT' ('International Bolshevik Tendency') hun
verontwaardiging over de sociaaldemocratie en andere socialisten zo hard
mogelijk wilden laten horen. Daarbij geholpen door een tamelijk bij elkaar
geraapte hoeveelheid Marxistische en quasi-Marxistische terminologie.
'De sociaal-democratie moet worden afgeschaft' 'de sociaal-democratie
zijn agenten van de bourgeoisie'. Veel verwijzingen naar de original sin
van de sociaal-democratie, hun capitulatie voor imperialisme en steun voor WO I
in 1914. Pleidooien van geïsoleerde 'revolutionairen' voor een revolutionaire
voorhoedepartij van de arbeidersklasse die wel geworteld zou zijn in de
arbeidersklasse omdat de sociaaldemocratie dat niet zou zijn. Stellingen dat
'sociaal-democratie' de ernstigste vorm van sabotage van revolutie is.
'Sociaal-democraten hebben het fascisme voorbereid'. In al deze beweringen zit
een kern van waarheid, maar het zijn uiteindelijk ultralinkse fantasieën die
niets te maken hebben met een marxistische analyse of een gids voor actie.
Twee mensen liepen weg, en voor de aanwezige SP'ers moet het ook wat
ongemakkelijk geweest zijn. Nu was het zo dat één van die aanwezige SP'ers
vervolgens komende bezuinigingen door de SP ging verdedigen, wat SP'ers telkens
vaker (schande!) doen. Maar de aanwezige sektariers, ik noem het zoals het is,
sloegen de plank volledig mis. Ze waren bezig zichzelf te profileren ten koste
van zinnige discussie. In plaats van een sociaal-democraat te overtuigen wisten
zij hen te vervreemden.
Maar dat hadden we natuurlijk ook aan onszelf te danken. Want wij
bleven, in de inleiding, het antwoord op de vraag 'waarom blijft de
sociaal-democratie' schuldig. Vervolgens konden dan sektariers de volgende
waanzin uiten (parafrasen): 'Lenin was volledig verbaasd over het verraad van
de sociaal-democratie in 1914. Hij wilde het eerst niet geloven. Daarom deed
hij een studie en ontdekte dat er een arbeidersaristocratie was, een laag van de
arbeidersklasse die omgekocht is door de bourgeoisie, dat is de
sociaal-democratie'.
Leninverheerlijking. Toevallig had iemand eerder op de dag diezelfde
theorie van de werkersaristocratie aangehaald, en hem onderuit gehaald. Deze
theorie verklaart namelijk niet waarom mensen toch achter de sociaal-democraten
achter blijven lopen. Wat ons brengt tot de vraag: waarom blijft dan de
sociaal-democratie bestaan? Er zijn institutionele redenen waarom partijen als
de SP en PvdA bestaan, zoals hun reeele invloed op het bestuur van het land, en
in het geval van met name de PvdA, hun grip op de vakbeweging.
Maar de fundamentele reden dat sociaal-democratie bestaat heeft met iets
diepers te maken. Onder het kapitalisme hebben socialistische werkers in
overgrote meerderheid geen revolutionair bewustzijn. Zij hebben een
reformistisch bewustzijn. Over bewustzijn en de rol van werkers zelf stappen de sektariërs graag heen. Zij zien namelijk de werkende klasse als een hulpeloze
prooi in de handen van altijd verradende sociaal-democraten. Dat is een
belediging voor hun intelligentie en eigen handelen.
Sociaal-democratie ontstaat vanuit de klassestrijd in het kapitalisme
buiten revolutionaire situaties. Die strijd creeert reformistisch bewustzijn.
Dat bewustzijn karakteriseert zich onder andere door een vertrouwen in besturen
en grote leiders, in tegenstelling tot zelforganisatie. Het is ook een gebrek
aan zelfvertrouwen, dat zich ook uit in het geloof dat de werkende klasse niet
in staat is zelf socialisme te scheppen maar dat we kunnen en moeten vertrouwen
op bourgeois instituties zoals het parlement voor de wetgeving en de politie om
onszelf onder controle te houden. Het is een angst voor grote verandering,
angst om kwijt te raken wat men al heeft, en dus een vertrouwen in
geleidelijkheid en een angst voor geweld.
Afijn, ik kan het hier niet volledig uiteen gaan zetten want dan zou
deze post veel te lang gaan duren. Sociaal-democratie speelt in op dit
bewustzijn. Revolutionaire organisatie sluit hier niet op aan. Op het moment
dat de klassestrijd zich toespitst en een revolutionaire situatie ontstaat
vallen de massa's te winnen voor een revolutionair perspectief. Op het moment
dat er geen revolutionaire situatie is continu met een gestrekt been op de
sociaaldemocratie in gaan brengt revolutie geen klap verder. Het punt is dan
dat je moet begrijpen, zoals Lenin en Trotski waarde ultralinksen, dat je moet
samenwerken met de massa's en dus met hun massa-organisaties, de
sociaal-democratische partijen en organisaties. En dat gaat niet als je hun
continu aan het uitschelden bent.