DEZE SITE IS VERHUIST

zondag 4 mei 2014

Marxisme Festival Live #3 - Discussie over de sociaaldemocratie loopt uit de hand

Verhitte discussie gister op het Marxisme Festival over 'waarom bestaat de sociaaldemocratie nog'. In een zaal waar meer dan alle stoelen gevuld waren namen bepaalde socialisten opmerkelijke posities in en moest de sociaal-democratie het op alle niveau's ontgelden. In de zaal zaten echter ook socialisten die zelf aangesloten zijn bij een sociaaldemocratische partij, en socialisten die veel samenwerken met sociaaldemocraten. Wat volgde was niet noodzakelijk de meest productieve discussie.

Rob Gerritsen hield een inleiding over de ontwikkeling van de sociaaldemocratie, vanuit de 19e eeuw tot nu. Wat er volgde stond echter niet helemaal in relatie tot de opzet van de discussie of de inleiding. De eerste helft van de discussie bestond er voornamelijk uit dat een aantal ultralinksen zoals 'Wibo van de IBT' ('International Bolshevik Tendency') hun verontwaardiging over de sociaaldemocratie en andere socialisten zo hard mogelijk wilden laten horen. Daarbij geholpen door een tamelijk bij elkaar geraapte hoeveelheid Marxistische en quasi-Marxistische terminologie. 

'De sociaal-democratie moet worden afgeschaft' 'de sociaal-democratie zijn agenten van de bourgeoisie'. Veel verwijzingen naar de original sin van de sociaal-democratie, hun capitulatie voor imperialisme en steun voor WO I in 1914. Pleidooien van geïsoleerde 'revolutionairen' voor een revolutionaire voorhoedepartij van de arbeidersklasse die wel geworteld zou zijn in de arbeidersklasse omdat de sociaaldemocratie dat niet zou zijn. Stellingen dat 'sociaal-democratie' de ernstigste vorm van sabotage van revolutie is. 'Sociaal-democraten hebben het fascisme voorbereid'. In al deze beweringen zit een kern van waarheid, maar het zijn uiteindelijk ultralinkse fantasieën die niets te maken hebben met een marxistische analyse of een gids voor actie.
Twee mensen liepen weg, en voor de aanwezige SP'ers moet het ook wat ongemakkelijk geweest zijn. Nu was het zo dat één van die aanwezige SP'ers vervolgens komende bezuinigingen door de SP ging verdedigen, wat SP'ers telkens vaker (schande!) doen. Maar de aanwezige sektariers, ik noem het zoals het is, sloegen de plank volledig mis. Ze waren bezig zichzelf te profileren ten koste van zinnige discussie. In plaats van een sociaal-democraat te overtuigen wisten zij hen te vervreemden. 

Maar dat hadden we natuurlijk ook aan onszelf te danken. Want wij bleven, in de inleiding, het antwoord op de vraag 'waarom blijft de sociaal-democratie' schuldig. Vervolgens konden dan sektariers de volgende waanzin uiten (parafrasen): 'Lenin was volledig verbaasd over het verraad van de sociaal-democratie in 1914. Hij wilde het eerst niet geloven. Daarom deed hij een studie en ontdekte dat er een arbeidersaristocratie was, een laag van de arbeidersklasse die omgekocht is door de bourgeoisie, dat is de sociaal-democratie'.

Leninverheerlijking. Toevallig had iemand eerder op de dag diezelfde theorie van de werkersaristocratie aangehaald, en hem onderuit gehaald. Deze theorie verklaart namelijk niet waarom mensen toch achter de sociaal-democraten achter blijven lopen. Wat ons brengt tot de vraag: waarom blijft dan de sociaal-democratie bestaan? Er zijn institutionele redenen waarom partijen als de SP en PvdA bestaan, zoals hun reeele invloed op het bestuur van het land, en in het geval van met name de PvdA, hun grip op de vakbeweging.

Maar de fundamentele reden dat sociaal-democratie bestaat heeft met iets diepers te maken. Onder het kapitalisme hebben socialistische werkers in overgrote meerderheid geen revolutionair bewustzijn. Zij hebben een reformistisch bewustzijn. Over bewustzijn en de rol van werkers zelf stappen de sektariërs graag heen. Zij zien namelijk de werkende klasse als een hulpeloze prooi in de handen van altijd verradende sociaal-democraten. Dat is een belediging voor hun intelligentie en eigen handelen.

Sociaal-democratie ontstaat vanuit de klassestrijd in het kapitalisme buiten revolutionaire situaties. Die strijd creeert reformistisch bewustzijn. Dat bewustzijn karakteriseert zich onder andere door een vertrouwen in besturen en grote leiders, in tegenstelling tot zelforganisatie. Het is ook een gebrek aan zelfvertrouwen, dat zich ook uit in het geloof dat de werkende klasse niet in staat is zelf socialisme te scheppen maar dat we kunnen en moeten vertrouwen op bourgeois instituties zoals het parlement voor de wetgeving en de politie om onszelf onder controle te houden. Het is een angst voor grote verandering, angst om kwijt te raken wat men al heeft, en dus een vertrouwen in geleidelijkheid en een angst voor geweld.

Afijn, ik kan het hier niet volledig uiteen gaan zetten want dan zou deze post veel te lang gaan duren. Sociaal-democratie speelt in op dit bewustzijn. Revolutionaire organisatie sluit hier niet op aan. Op het moment dat de klassestrijd zich toespitst en een revolutionaire situatie ontstaat vallen de massa's te winnen voor een revolutionair perspectief. Op het moment dat er geen revolutionaire situatie is continu met een gestrekt been op de sociaaldemocratie in gaan brengt revolutie geen klap verder. Het punt is dan dat je moet begrijpen, zoals Lenin en Trotski waarde ultralinksen, dat je moet samenwerken met de massa's en dus met hun massa-organisaties, de sociaal-democratische partijen en organisaties. En dat gaat niet als je hun continu aan het uitschelden bent.