Dit is het zoveelste bericht dat me bereikt over de staat die mensen benaderd om te infiltreren in het activistisch. Dit maal weer uit het Belgische, waar het Nederlandse activistische wat mee verbonden is. Tijd om het meer openbaar te maken. Van de Belgische indy, via de vriendelijke mensen van No Border.
In oktober belt een journaliste me op m'n gsm-nummer. Ze wil graag een
interview afnemen voor een blog over jonge politici in de gemeenteraadsverkiezingen. Geen probleem, we spreken af in het café van
het stripverhalenmuseum in Brussel en praten over het onderwerp. Een
week later belt ze opnieuw met de vraag voor een nieuwe afspraak. We spreken af in de bar van het automuseum.
Ze zegt deze keer onmiddellijk dat ze geen journaliste is, maar inspecteur van de staatsveiligheid.
Haar discours: ?Uit het interview van vorige keer kon ik afleiden dat jij geen gevaar bent voor de staat. Naar personen zoals jou zijn we niet op zoek. Jouw militante activiteiten zijn binnen een democratisch kader. Daar hebben we geen probleem mee. Je bent een intelligent en genuanceerd persoon. Maar: Je kent echter mensen die zich afsluiten van de buitenwereld en 'radicaliseren', niet langer redelijk zijn, in staat zijn aanslagen te plegen. We willen weten wie die mensen zijn.
Ze noemt 3 acties waarvan brandstichting en sabotage. De daders zouden te zoeken zijn in het 'anarchistisch milieu' in Brussel. Ze noemt ook twee namen. En dringt er op aan dat ik deze mensen 'ontmoet in kraakpanden'. Ze noemt een kraakpand. Over de namen wil ze weten of het 'democratische' of 'extremistische' activisten zijn. 'Als jij het me niet vertelt, kan ik het niet weten. Ik wil niet achter de verkeerde
mensen aan.' 'Je moet ons helpen om gevaarlijke acties zoals het in brand steken van auto's van eurocraten te voorkomen'.
Ze stelt een concrete vraag. Volgende zomer zou het volgende No Border Camp plaatsvinden in Nederland. Met het kamp op zich zegt ze geen probleem te hebben, maar wel met bepaalde groepen deelnemers die niet-publieke acties ondernemen. Ze vraagt of ik een oogje in het zeil wil houden. Ze gaat me hierover nog contacteren. Op het einde zegt ze dat dit gesprek een staatsgeheim is en dat ik er behalve met naasten niet over mag praten. 'Publiceren is strafbaar'. Achteraf nagevraagd bij een advocaat, blijkt dit niet waar te zijn.
Conclusie: Wat te doen als je door de staatsveiligheid wordt benaderd?
Tijdens de ontmoeting: Spreken met een inspecteur van de staatsveiligheid is gevaarlijk. Ten eerste, je geeft ze de mogelijkheid om je onder druk te laten zetten, wat deze keer gelukkig niet is gebeurd. Ten tweede, in een dergelijk gesprek, geef je alleen al door je lichaamstaal altijd informatie vrij, over andere mensen! Ik maakte de fout om het gesprek niet direct stop te zetten, maar raad iedereen aan om dit wel te doen. Je hebt niets te winnen door te blijven.
Erna: Hou het niet voor jezelf, maar spreek erover met mensen wiens naam werden genoemd en met je kameraden. Publiceer ook het verhaal, om te informeren over de methoden die de staatsveiligheid gebruikt en om hen een duidelijk signaal te geven dat ze je niet meer moeten proberen contacteren.
Ze zegt deze keer onmiddellijk dat ze geen journaliste is, maar inspecteur van de staatsveiligheid.
Haar discours: ?Uit het interview van vorige keer kon ik afleiden dat jij geen gevaar bent voor de staat. Naar personen zoals jou zijn we niet op zoek. Jouw militante activiteiten zijn binnen een democratisch kader. Daar hebben we geen probleem mee. Je bent een intelligent en genuanceerd persoon. Maar: Je kent echter mensen die zich afsluiten van de buitenwereld en 'radicaliseren', niet langer redelijk zijn, in staat zijn aanslagen te plegen. We willen weten wie die mensen zijn.
Ze noemt 3 acties waarvan brandstichting en sabotage. De daders zouden te zoeken zijn in het 'anarchistisch milieu' in Brussel. Ze noemt ook twee namen. En dringt er op aan dat ik deze mensen 'ontmoet in kraakpanden'. Ze noemt een kraakpand. Over de namen wil ze weten of het 'democratische' of 'extremistische' activisten zijn. 'Als jij het me niet vertelt, kan ik het niet weten. Ik wil niet achter de verkeerde
mensen aan.' 'Je moet ons helpen om gevaarlijke acties zoals het in brand steken van auto's van eurocraten te voorkomen'.
Ze stelt een concrete vraag. Volgende zomer zou het volgende No Border Camp plaatsvinden in Nederland. Met het kamp op zich zegt ze geen probleem te hebben, maar wel met bepaalde groepen deelnemers die niet-publieke acties ondernemen. Ze vraagt of ik een oogje in het zeil wil houden. Ze gaat me hierover nog contacteren. Op het einde zegt ze dat dit gesprek een staatsgeheim is en dat ik er behalve met naasten niet over mag praten. 'Publiceren is strafbaar'. Achteraf nagevraagd bij een advocaat, blijkt dit niet waar te zijn.
Conclusie: Wat te doen als je door de staatsveiligheid wordt benaderd?
Tijdens de ontmoeting: Spreken met een inspecteur van de staatsveiligheid is gevaarlijk. Ten eerste, je geeft ze de mogelijkheid om je onder druk te laten zetten, wat deze keer gelukkig niet is gebeurd. Ten tweede, in een dergelijk gesprek, geef je alleen al door je lichaamstaal altijd informatie vrij, over andere mensen! Ik maakte de fout om het gesprek niet direct stop te zetten, maar raad iedereen aan om dit wel te doen. Je hebt niets te winnen door te blijven.
Erna: Hou het niet voor jezelf, maar spreek erover met mensen wiens naam werden genoemd en met je kameraden. Publiceer ook het verhaal, om te informeren over de methoden die de staatsveiligheid gebruikt en om hen een duidelijk signaal te geven dat ze je niet meer moeten proberen contacteren.
En aja, de inspecteur is een eerder kleine vrouw van ongeveer 35 jaar
met gekruld blond/lichtbruin haar en een sterk Limburgs accent!