Als ik mijn lokale supermarkt
inloop, een C1000, kijk ik iedere keer naar het porem van een BN’er die iets
doms zegt over eten, op de voorkant van hun ‘magazine’. Dat zijn van die Gordon
en Rene Froger types. Nu staat er een vrouw op, die ik niet ken. Aan haar
rotkop en manier van glimlachen herken je dat ze getalenteerd bekend is.
‘Heerlijk’, zegt de voorkant, ‘die volle smaken van vroeger’. Het moet ff van
me hart; wat een onzin, vooral dat C1000 dat zegt.
Ten eerste. De bourgeoisie houdt ons vaak een beeld voor van een idyllisch
‘vroeger’. Vul zelf maar in wat je er bij wilt denken: voorspoed of juist
eerlijke eenvoud; avontuurlijk imperialisme of een
achter-de-dijken-mentaliteit. Hoe dan ook vertellen deze reactionaire verhalen
je dat je niet vooruit hoeft te kijken om je ontevredenheid over je huidige
leven op te lossen, maar dat het juist zit in achteruit kijken en onze ware
aard te herontdekken. Vooruitstrevende gedachtes zoals echt socialisme zijn
niet nodig, maar juist een bedreiging.
Als het gaat om eten, dat vroeger
dan zoveel fijner was kennelijk, lijken ze gelijk te hebben. Toch? Voorverpakte
shjeit, fastfood. Vroeger! Toen aten we nog echt voedsel. Nederland heeft een
duidelijk gedefinieerd beeld van vroeger. Aan de ene kant is er de Gouden Eeuw,
daarnaast ‘de jaren 50’. Dus, hoe zat het toen met eten?
Brood, winterpenen en bloemkool.
Ik kwam ooit een verhaal tegen
van een gereformeerde predikant, midden in de Gouden Eeuw. Wat is dat toch voor
decadentie, hield hij zijn schapen voor. Vroeger at men nog degelijk, stelde
hij. Van die moderne eetpatronen, daar kan toch alleen maar moreel, religieus
en maatschappelijk verval van komen! Hij had het over brood. Typisch
oud-Nederlands hoor ik je denken. Maar nee: ‘vroeger’, wat hem betreft, at men
gewoon groenteprut, groentemoes en groenteshjeit. Daar kreeg je rechtschapen christenen
en burgers van, meende die predikant.
Dus wat is dan die groenteprut?
Ik heb een oud kookboek, maar die is van iets later in de 17e eeuw.
Ik ken wel een Middeleeuws boerenrecept uit Engeland. Men neme groente zoals
pastinaak en kool. Dat kookt men ontiegelijk lang totdat het een onherkenbare
brei is. Geen kruiden of niets erbij. Men kookt het in, laat het drogen, en
verpoederd het. Voila, instantvoedsel. Boeren nemen het poeder en slap bier mee
het land op, gooien het bij elkaar en dan heb je eetbaar spul. Smullen maar,
niet vergeten god te bedanken voor deze zegening.
Ja, brood, dat kan tegen dat
soort recepten natuurlijk niet op. Of althans, brood, roggebrood. Dat aten we
niet zoals nu als exclusieve of gezonde variant van brood, maar gewoon omdat
het goedkoop was. En beduidend minder lekker. Hipderdehip in de Gouden Eeuw
voor de bourgeoisie was wit brood gedoopt in melk, en later in die Eeuw ging
overal suiker op. Maar dat soort verwennerijen kon de gemiddelde Jan
Boerenfluitjes niet betalen. Ook niet de nieuwigheden van die tijd: bloemkolen
en winterpenen. Nieuwe uitvindingen. Met andere woorden, eten in de Gouden Eeuw
was niet echt om te genieten. Behalve dan uiteraard voor de elite.
En die mooie schilderijen van
brassende boeren? Die overdadige feesten? Dat waren burgerlijke reactionaire
fantasieën van die tijd. In de boeren zag de bourgeoisie een vroeger en
eerlijker bestaan. De gemiddelde persoon leefde in werkelijkheid net boven het
letterlijke bestaansminimum.
Een broodje schuifkaas of gewoon helemaal niets
Affijn, dat was dus de Gouden
Tijd wat Nederland betreft. Ik neem dan maar aan dat C1000 hier niet aan
refereert. Dan het meer recente typische verleden: de jaren 50. Mijn grootvader
vertelt wel van de armoe die aan die jaren 50 voorafging. In de slechtste jaren
had je dan nog al eens een broodje schuifkaas: een stukje kaas op je brood, dat
je bij iedere hap een stuk verder naar achter schoof om zo bij iedere hap toch
een beetje beleg te hebben. Maargoed, jaren 50 wederopbouw, begin van de
voorspoed, toch? Een oudere Rotterdamse kameraad, opgegroeid in de jaren 50,
vertelde me dat als je dan in de middag na je eerste dubbele boterham nog trek
had, je dan een boterham met niets kon krijgen. Een beetje suiker als je mazzel
had. Verder eentonig eten. Of hij dan ook god hiervoor moest danken, heb ik hem
niet gevraagd, maar dat werd massaal gedaan. De jaren 50 waren wat verspreiding
van het georganiseerde christendom het toppunt.
We gaan even naar mevrouw
Witzier, zoals ze blijkt te heten, de ellendig glimlachende BN’er. Dus wat at
men dan ‘vroeger’. Zij is opgegroeid in de jaren 60. ‘Volle smaken’, blijkt te
horen bij aardappels, groente en vlees. Pardon? Volle smaken? Gewoon eentonige
troep! Ik eet ook graag stamppot, lekker. Maar serieus, iedere dag? De grap is
dat Witzier een rechte lijn trekt naar van ‘vroeger’ naar nu. Lekkere pizza met
vier kazen en een peper! Nou, daar had je ‘vroeger’ echt niet om hoeven vragen
bij je ouders. Ten eerste omdat het niet te betalen was. Ten tweede omdat het
eten van die ‘spaghettivreters’ (op Italiaanse immigranten werd toen enorm
neergekeken), niet van ons was. Bovendien waren die Italianen maar een stel
flikkers. Als klap op de vuurpijl raad Witzier ons, dol op die heerlijke volle
smaken van vroeger, Melanzana alla
Parmigiana aan.
Feit is dat Nederlands vreten
gewoon allemaal vreten van buiten is, dat relatief kort pas in Nederland
gegeten wordt. Daarvoor zijn een aantal redenen. Immigratie en internationale
handelsnetwerken brachten internationale keukens hierheen. Dankzij economische
groei is er meer poen, klassenstrijd heeft het beter verdeeld. We hebben nu een
veelzijdige keuzemogelijkheid. Niets
vroeger alles beter. Net als de reactionaire opmerkingen van die predikant in
de Gouden Eeuw zijn opmerkingen over ‘vroeger’ bijna altijd gebaseerd op
fantasieën, waarmee de bourgeoisie soms bewust, soms onbewust, zijn eigen
heerschappij ideologisch herbevestigd. Witzier is geen bewuste propagandist: ze
is gewoon een domme BN’er die de heersende opvatting onkritisch herhaald. Wij
arbeiders roepen dat ook vaak genoeg: vroeger was alles beter. Maar dan
herhalen we gewoon de propaganda van de bourgeoisie. We moeten vooruit, niet
achteruit.
Maar wie heeft eten dan verprutst?
We hebben een grotere keuzemogelijkheid. Maar wij kiezen meestal
niet voor lekker en gezond eten: we kiezen voor troep. Hoe kan dat? Het is
precies de klasse, die ons probeert wijs te maken dat vroeger alles beter was,
die ons deze troep voorschoteld! Een pagina verder in het onvolprezen C1000
magazine: ‘De dag begint goed met Nutella’ ‘Stop je kind vol met veel te
zoete troep’. Wij bepalen niet wat er uit de fabrieken komt. ‘Nee, je kan toch
door eigen keuzes in consumptiepatronen veranderingen aanbrengen, het is toch
ook onze verantwoordelijkheid?’, vragen de burgerlijke activisten. Ik dacht het
niet, Jamie Oliver. Wordt al lang genoeg geprobeerd, werkt niet, volgend
recept. En dan ook nog de prijs. Goedkoop voedsel is vaker ongezond.
Beschikbaarheid is van belang. De bazen hebben ons arbeiders nu continu aan het
rennen. Haast haast haast. Ff snel een broodje kebab (>1000 kilocalorieën).
Ff die zoute, vette, magnetronmaaltijd naar binnen werken.
Er zijn nog veel meer factoren te
bedenken. Maar allemaal vallen ze te herleiden tot de bourgeoisie. Nu in de 21e
eeuw zouden we allemaal heerlijk kunnen koken en genieten van ons eten. Dat is
mogelijk. Maar in de dagelijkse werkelijkheid zorgt het systeem ervoor dat er
dat niet doen. Daarvoor dragen wij geen verantwoordelijkheid. Het is hun systeem, het is van de bourgeoisie.
De mensen die het eten verpesten,
zijn de mensen die ons voorhouden dat alles beter was. Wat eten ze zelf? Veel
vaker lekker en gezond. Zoals al eeuwen het geval is, wordt wat je eet bepaald
door klasse.
Na de revolutie dus pas echt 'vreten op Aarde'.