DEZE SITE IS VERHUIST

zondag 27 oktober 2013

Argumenten tegen een BDS-campagne, uit de anti-apartheidscampagne.

In Nederland is een vrij kleine groep mensen bezig met het boycotten van Israëlische producten. In deze volgen zij internationale acties hier rondom. Het heet ‘Boycot, Divestment and Sanctions’ oftewel BDS. Ik heb altijd wel mijn vragen gehad bij het nut van deze campagne, en of we er in zouden slagen hier iets mee te bereiken. Dit idee werd versterkt door onze grote isolatie, zowel politiek als sociaal. Want deze beweging werd gedragen door Palestina-actieveteranen. De Internationale Socialisten hebben zich er ook aan verbonden.

In 2011 nam het Israëlische EBS de buslijnen over die mijn huidige dorp Landsmeer verbinden met Amsterdam. De eerste bus die reed werd geblokkeerd. Ok, inderdaad, boycot, consequent zijn. Maar tegelijkertijd was dit de enige bus die ik zou kunnen pakken. Dus als mijn fiets kapot is, dan zou ik dus moeten lopen. Of als ik te ziek ben om de fietsen, dan kan ik mij überhaupt niet vervoeren. Het deed me denken, en ik nam dus gewoon de bus als dat noodzakelijk was. Vanaf dat moment vond ik het een bizar idee eigenlijk om te denken dat je met een kleine geïsoleerde verzameling individuen op vrijwillige ongecontroleerde basis met een boycot en oproepen tot sancties iets voor elkaar zou kunnen krijgen.

Bij de IS bepleit ik al langer voor meer historisch zelfbewustzijn, laat dit een start zijn van wat ik daar zelf geschreven aan bijdraag. In Internationaal Socialisme 16 uit 1990 vond ik een bijzonder interessant artikel dat beargumenteerd dat een campagne à la BDS onzinnig is. Ik wil niet zeggen dat ik het met alles eens ben uit het artikel: sommige dingen zijn wel erg rechtlijnig of zelfs verkeerd beargumenteerd. Desalniettemin denk ik dat dit artikel krachtige argumenten geeft tegen BDS. Het is een lang stuk over Zuid-Afrika en solidariteitsacties met de anti-apartheidsbeweging.

Wil je het goed kunnen plaatsen in de actiecultuur, IS-cultuur en politieke omstandigheden van de tijd, lees dan het artikel in zijn geheel. Heb je de aandachtsspanne van een goudvis/internetter, ga dan meteen door naar de conclusie.




Kort geleden is in Zuid-Afrika de noodtoestand opgeheven. Een aantal maanden geleden werd het ANC gelegaliseerd, en werd Nelson Mandela vrij gelaten. Betekent dit dat het einde van de apartheid in zich is? En wat voor akties moeten we in Nederland voeren?

Solidariteitsakties in Nederland

Nog steeds apartheid.

De legalisering van het ANC en de vrijlating van Nelson Mandela, en het opheffen van de noodtoestand zijn kleine vooruitgangen. Maar de lonen van zwarte arbeiders zijn nog steeds erbarmelijk veel lager dan de lonen van blanken. De bazen proberen nog steeds de lonen zo laag mogelijk te houden, om de winstvoet niet te laten dalen. Verder blijft het voor de Klerk (toenmalige president van Zuid-Afrika – RL) en konsorten belangrijk om “het gunstige investeringsklimaat” in Zuid-Afrika te handhaven. Dat wil zeggen: lage loonkosten en weinig kans op “verliezen gevende” stakingen en opstanden. Het apartheidssysteem biedt deze voorwaarden.

Nog steeds hebben de blanken privileges en betere opleidingsmogelijkheden. Blanken hebben veel hogere lonen, ook als ze hetzelfde werk doen als zwarte arbeiders. Iedere blanke heeft een eigen zwembad, en dit terwijl in zwarte woonoorden, waar duizenden mensen op elkaar gepakt leven, vaak maar enkele tientallen waterpunten zijn.

Het is onwaarschijnlijk, dat de blanken zonder enige tegenstand van deze privileges afstand zouden doen. Nog onwaarschijnlijker is het, dat bedrijven in de toekomst loonsverhogingen zouden gaan doorvoeren, in een tijd dat de Zuid-Afrikaanse ekonomie in krisis verkeert, en de bazen juist de lonen zo laag mogelijk willen houden om zo veel mogelijk de winsten hoog te houden.

De zwarte arbeidersklasse zal de strijd voor betere levensomstandigheden moeten voortzetten, en kan niets verwachten van de Klerk. Die maatregelen, die de afgelopen tijd genomen zijn in Zuid-Afrika betekenen voor de leefomstandigheden van zwarte arbeiders minder dan hier in Nederland gesuggereerd wordt. Hun funktie is meer propagandisties naar het buitenland toe, dan dat de Klerk zich werkelijk bekommert om de leefomstandigheden van zwarte arbeiders.

Twee voorbeelden die dit illustreren zijn de volgende maatregelen: apartheid in de gezondheidszorg wordt opgeheven en het toestaan van gemengde huwelijken (dit was wel 5 jaar geleden, maar het is toch in dit verband erg illustratief). Een paar weken geleden hoorden we dat de staatsziekenhuizen tegenwoordig ook toegankelijk zijn voor zwarten. De meeste blanken gaan echter allang niet meer naar staatsziekenhuizen, maar geven voorkeur aan dure priveklinieken, die zwarten nooit kunnen betalen. Nu krijg je de volgende situatie: dure, en goede zorg kan je alleen maar krijgen in de priveklinieken, en zwarten moeten het doen met minimale gezondheidszorg, wat precies voldoende is om hun weer op te lappen voor de arbeidsmarkt. Er is dus hiermee totaal géén einde aan de apartheid in de gezondheidszorg.

Een ander voorbeeld is het toelaten van gemengde huwelijken. Wat hebben zwarten daaraan, als ze weggerukt worden van hun gezinnen, honderdvijftig kilometer van hun woonplaats moeten werken, en als echtgenoten elkaar maar drie weken in een jaar kunnen zien? Het gemengde huwelijk is dan echt iets waar veel zwarten op zitten te wachten.

Wat kunnen we zeggen over de legalisering van het ANC? Hier zitten twee kanten aan. Ten eerste: de Klerk wil het ANV in een onderhandelingspositie dwingen. De afgelopen jaren werd het de Klerk te heet onder de voeten, er waren veel demonstraties, en de ekonomiese situatie in Zuid-Afrika gaat sterk bergafwaarts. Op de kwestie: ANC en onderhandelingen is Peter Storm al uitgebreid ingegaan in zijn artikel (eerder deze krant – RL) over het boek van Alex Callinicos.

Over de ekonomiese situatie valt wel meer te zeggen. De Zuid-Afrikaanse ekonomie verkeert in krisis, niet alleen omdat ze wordt meegesleurd in de krisis van het kapitalisme op wereldschaal, maar vooral omdat de de [sic] ekonomie flink getroffen wordt door stakingen, sankties en boykots. En dat is de tweede kant aan de legalisering van het ANC, en de andere maatregelen: Zuid-Afrika probeert uit het ekonomiese isolement te breken, en probeert de westerse regeringen over te halen hun sankties te beëindigen.

Dat is dus de propagandistiese funktie van de maatregelen: naar buiten toe wordt een beeld gewekt van een “Zuid-Afrika dat eindelijk de de apartheid afschaft, nu zijn sankties niet meer nodig”. Dat is ook de reden van de bezoeken van de Klerk aan westerse regeringen. Maar we hebben gezien dat er van apartheid nog steeds sprake is in Zuid-Afrika. het is dus belangrijk dat de sankties gehandhaafd worden. Er is natuurlijk wel een belangrijk pluspunt aan de legalisering van het ANC en andere verzetsorganisaties: het is gemakkelijker om nu te werken dan in illegaliteit. Nu de bewegingen openlijk kunnen funktioneren, is er iets meer ruimte gekomen om door te gaan met de strijd voor betere leefomstandigheden en tegen de onderdrukking. Het is belangrijk dat we de akties van Zuid-Afrikaanse zwarte arbeiders steunen met solidariteitsakties in Nederland. We hebben gezien dat het van het grootste belang is, de sankties en boykots te handhaven. Maar wat kunnen we hier in Nederland doen, om effektieve sankties te bereiken? Wat voor akties moeten er gevoerd worden, en wat zijn de mogelijkheden voor de solidariteitsbeweging in de toekomst?

De burgerlijke staat en sankties

Van een aantal landen, ook in Nederland, hebben de regeringen in de afgelopen jaren sankties tegen Zuid-Afrika afgekondigd. Maar kunnen we op de burgerlijke staat vertrouwen? Kan de staat werkelijk garanderen dat sankties nageleefd worden? De multinationals, die zich in Zuid-Afrika vestigen, hebben vestigingen over heel de wereld. Via allerlei andere landen kunnen sanktiewetten in Nederland dus heel gemakkelijk door deze multinationals ontdoken worden. Een sanktiewet in Nederland vormt nauwelijks een belemmering voor hun om toch te leveren aan Zuid-Afrika, of om zich er toch te vestigen, wat dan ook nog vaak onder een andere naam kan. De internationale handel en wandel van grote bedrijven is voor de regering vaak moeilijk te kontroleren. Neem bijvoorbeeld de Shell: tijdens het olie-embargo kwam Zuid-Afrika toch nog gewoon aan olie. Deze olie werd door de Shell geleverd, waarbij het bedrijf enorme winst boekte. Of de KLM: Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen mogen niet meer op Johannesburg vliegen, dus neemt de KLM bijzonder graag die taak over. Het zal niemand verbazen dat de KLM hierbij enorme winsten maakt.

Ten eerste is het dus moeilijk te kontroleren of sanktiewetten werkelijk nageleefd worden, ten tweede kunnen we ook niet al te veel van de staat verwachten wanneer ze wèl op de hoogte is van het feit, dat bedrijven deze wetten overtreden. IN 1987 werd het wapenembargo tegen Zuid-Afrika omzeild door bedrijven als Philips, Eurometaal, v. Ommeren en Space Capital. De regering was hiervan op de hoogte, maar haar kommentaar was als volgt: “het paste de regering niet om tegen bedrijven op te treden”. Nee natuurlijk niet! Ze is er toch om de belangen van de bazen te verdedigen? De staat zal er alleen op letten of wetten die de heersende klasse beschermen, nageleefd worden. Een derde kwestie is het feit dat de belangen van de staat en het bedrijfsleven dezelfde zijn. Het is van belang voor “de Nederlandse ekonomie” dat de bedrijven in Nederland winst maken. Verder worden belangrijke posities in staatsorganen, zoals kamerlidmaatschap, lidmaatschap van allerlei invloedrijke adviesorganen voor het grootste deel bekleed door figuren uit de top van het bedrijfsleven. Deze mensen bekleden vaak meerdere funkties tegelijk: ze bekleden hoge posities bij meerdere bedrijven tegelijk, bij banken, in staatsorganen. Ook is de staat zelf direkt aandeelhouder bij bedrijven, steekt er enorm veel geld in en deelt de bedrijven met anderen. Zo is de staat bijvoorbeeld voor de helft eigenaar van de NAM, een aardgasbedrijf, de andere helft is in handel van Shell. Zie hier dus de gemeenschappelijke belangen. Hetzelfde verhaal geldt voor legio andere bedrijven, zoals de KLM, NS, Hoogovens, en de Gasunie, waarbij het eigendom wordt gedeeld met de AMRObank.

Als we kijken naar de Raad van state, zien we ook dat voor veel mensen het lidmaatschap ervan wordt gekombineerd met een aantal kommissariaten en lidmaatschap van in veel gevallen het CDA. Dit is bijvoorbeeld het geval bij twee topfunktionarissen van Aegon. Een ander voorbeeld is de ex-voorzitter van de bazenklup VNO, van Veen, die tevens lid is van de Raad van State, en kommissariaten gekleedt bij Akzo en Nationale Nederlanden. Dit maakt duidelijk hoe sterk de belangen van de staat en de kapitalisten met elkaar verstrengeld zijn. En ten vierde duurt het enorm lang om sankties te bereiken via de staat. Eerst moet een wetsontwerp gemaakt worden, wat dan tientallen keren gewijzigd en besproken moet worden, dan worden er wekenlange debatten gevoerd en uitgesteld, dit alles kan jaren in beslag nemen. Terwijl een aktie een bedrijf in de Rotterdamse haven bijvoorbeeld, om een kolentransport uit Zuid-Afrika te boykotten, binnen aanzienlijk kortere tijd kan worden georganiseerd.

Burgerlijke partijen en sankties

We zien dus, dat we van de staat geen al te hoge verwachtingen hoeven te koesteren. Maar hoe zit dat met links-reformistische partijen zoals de PvdA en Groen Links? Zoals te verwachten valt gezien de verwevenheid van de staat en het bedrijfsleven, kunnen deze partijen alleen veranderingen doorvoeren zolang die niet te koste gaan van de winsten van het bedrijfsleven. En bij alle sankties is dit het geval. Veranderingen kunnen wel doorgevoerd worden zolang de druk van onderop erg groot is. In feite heb je dan de situatie dat akties van onderaf gevoerd kunnen worden, in de bedrijven, en daarbij de PvdA en Groen Links er achteraan hobbelen, of in sommige gevallen zelfs de akties zullen proberen te beëindigen.

Het volgende voorbeeld illustreert duidelijk de rol van de PvdA in de gemeenteraad in Rotterdam. De RUM, vakbond van mijnwerkers in Zuid-Afrika, vraagt om het instellen van een internationale kolenboykot. In Rotterdam heeft de PvdA in haar verkiezingsprogramma staan: “De Rotterdamse haven mag niet worden misbruikt voor de invoer van produkten uit Zuid-Afrika (met name kolen en fruit). De Gemeente wendt al haar middelen aan zulks ook buiten haar direkte zeggenschap te bevorderen”. In 1988 verleent de PvdA het overslagbedrijf Swartouw een lening voor de aanleg van een nieuwe steenkolen terminal anti-apartheidorganisaties dringen er bij de PvdA op aan aan de lening de voorwaarde te verbinden geen kolen uit Zuid-Afrika bij de nieuwe terminal over te slaan.

De PvdA blijkt echter óf de inhoud van haar verkiezingsprogramma, óf “al haar middelen” óf beide ineens vergeten te zijn, en legt Swartouw geen strobreed in de weg bij de overslag van kolen uit Zuid-Afrika. Hierbij stonden de ekonomiese belangen van de gemeente Rotterdam, namelijk de opbrengsten van de Rotterdamse haven centraal. Ook de PvdA moet, omdat ze in de gemeenteraad zit en hierin wil blijven, hiervan koncessies doen. Hier is duidelijk te zien waar reformisme toe leidt: hervormingen? Prima! het moet alleen niet ten koste gaan van het kapitaal.

Vertrouw op eigen kracht.

Bij het bovenstaande voorbeeld was er veel meer bereikt als er een aktie bij het bedrijf Swartouw was geweest waarbij arbeiders zelf kolen uit Zuid-Afrika weigeren over te slaan. De werkvloer is dan ook de plaats, waar arbeiders de macht hebben het werk stil te leggen, en zo de produktie van wapens voor Zuid-Afrika kunnen stilleggen, of kolentransporten van Zuid-Afrika kunnen tegenhouden, of sanktiemaatregelen van bedrijven kunnen afdwingen. Begin jaren 70 waren de vakbonden ruimschoots betrokken bij solidariteitsakties. In 1975 wees de regering een projekt om kernreaktoren (die gebruikt worden voor de opbouw van een Zuid-Afrikaanse atoommacht) te leveren niet af. In een vroeg stadium deelden de vakbondskaders in het Rotterdamse bedrijf Nucleair mee dat de arbeiders weigerden aan het projekt mee te werken. Uiteindelijk werd in 1976 het projekt overgeheveld naar Frankrijk. Een ander voorbeeld is de kwestie bij Hoogovens-Estel in 1974: Hoogovens zouden gaan deelnemen in een fabriek voor halffabrikaten in Saldanha (Zuid-Afrika), waar een giganties projekt liep voor de bouw van een haven, scheepswerf en dergelijke. De bedrijfslevengroep van de Industriebond NVV (voorloper FNV) was zeer verontwaardigd: vanwege het karakter van het projekt, de steun die ermee werd verleend aan het apartheidsregiem, en vanwege de werkgelegenheid die bedreigd werd. In een motie werd opgemerkt, dat dit weer een duidelijk voorbeeld was van de manier waarop de bazen, zonder medeweten van arbeiders hun investeringsbesluiten nemen. De investering in Saldanha werd dan ook afgewezen, zolang in Zuid-Afrika nog apartheid was.

Januari 1975 werd een forumavond belegd door Estel, waarin uit de doeken werd gedaan door de bazen waarom het bedrijf in Zuid-Afrika wilde investeren. Hier kwamen zo’n duizend arbeiders naar toe. Ze gebruikten twee argumenten: de moeilijke grondstoffensituatie waarin het bedrijf verkeerde (tekort aan ijzererts), en ten tweede zeiden de bazen dat “ze ook wel moeite hadden met het apartheidssysteem, maar dat ze door een sociale paragraaf in te lassen zelf wel de apartheidsproblemen op kon lossen”. De arbeiders lieten zich geen zand in de ogen strooien: ze antwoordden dat ten eerste ijzererts de meest voorkomende grondstof ter wereld is, en dat Estel dus niet in Zuid-Afrika hoeft te zitten om aan deze grondstof te komen, en ten tweede zagen ze dat het naleven van de “sociale paragraaf” volkomen onkontroleerbaar was, een smoes om de investeringsplannen doorgedrukt te krijgen.

Taken van de solidariteitsbeweging in deze periode

De jaren tachtig werden gekenmerkt door neergang in de klassenstrijd. Grote vakbondsakties zoals in de jaren ’70 kwamen niet meer zo van de grond. In deze periode is men gaan zoeken naar andere vormen van strijd, en is de rol van vakbonden en strijd in bedrijven bij de solidariteitsbeweging sterk naar de achtergrond verdreven. Een van de akties die werd georganiseerd is de konsumentenboykot. Deze aktie heeft zich echter nooit massaal uitgebreid, meer mensen bij de solidariteitsbeweging betrokken, radikale vormen aangenomen, en heeft ook geen konkrete belangrijke resultaten binnen gehaald. Er zijn een aantal redenen waarom deze aktievorm uiteindelijk niet suksesvol is: ten eerste is het heel moeilijk om deze strijd, die op individuele basis gevoerd wordt, jaren lang in je eentje vol te houden. Mensen leren in al die tijd niet dat je met strijd kunt winnen. Ze hebben niet het gevoel deel uit te maken van een grote, machtige beweging, maar hebben misschien in al die tijd maar enkele mensen uit hun kennissenkring ertoe kunnen overhalen eens een keertje geen Shell te tanken. Op de lange duur werkt dit enorm demoraliserend.

Verder geven de mensen die intensief voor deze aktievorm propaganda voeren, vak blijkt van een tamelijk elitaire levensvisie: een groep verlicht, verantwoordelijke intellektuelen realiseren zich al jaren dat ze geen produkten uit Zuid-Afrika moeten kopen. Iedereen die dit nog niet doet, houdt volgens hun het apartheidssysteem in stand. Het gaat uit van de volledig moralistiese idee dat konsumenten de schuld zijn aan het apartheidssysteem. Het komt overeen met ideeen die veel mensen hebben over de derde wereld: er wordt van uit gegaan dat de arbeiders in Nederland profiteren van de uitbuiting in de derde wereld. Ik wist niet dat arbeiders in Nederland profiteerden van het feit, dat de Shell winst maakt? Zien ze daar iets van terug, ja, alleen herhaalde bezuinigingen om het winst maken door de Shell en de andere kapitalisten te blijven garanderen. Ga aan een bijstandsmoeder, die enorm moet puzzelen om de eindjes aan elkaar te knopen, haar kinderen niet normaal, gezond te eten kan geven en geen kleren kan kopen, vertellen dat ze loopt te profiteren?! Op deze manier kun je geen grote groepen nieuwe mensen bij de strijd betrekken. Je kunt ze alleen ertoe bekeren.

Ten derde gaat deze theorie er volledig aan voorbij hoe mensen hun ideeën veranderen: mensen hun ideeën veranderen door strijd. Tijdens een kollektieve aktie, waarbij ze het werk neerleggen, zien ze dat ze macht hebben. Ze zien dat hun aktie kan werken. Ze weten dat ze niet de enige zijn de “hele aparte” ideeën heeft, maar dat ze deel uit maken van een kollektief, dat boos is en aktie wil voeren. Zien dat een aktie werkt, dat ze macht uit kunnen oefenen. Dat ze met velen zijn. Ze leren tijdens de strijd wat er fout is gegaan, en wat goed, en hoe je de strijd kunt voortzetten. Bij iedere aktie die arbeiders kunnen volhouden en die ze winnen, groeit het politieke zelfvertrouwen. Dat krijgen ze nooit wanneer ze in hun eentje een aktie jaren lang moeten voeren die niets opbrengt. En als laatste komt daar nog bij, dat het deel van de totale Zuid-Afrikaanse produkten, en produkten van bedrijven die in Zuid-Afrika zitten, dat voor konsumptie bedoeld is, zeer klein is. Ook in die zin is een aktie in de bedrijven veel effektiever. Het idee van de konsumentenboykots is overigens niet uit de lucht gegrepen. In port Elizabeth in Zuid-Afrika zijn een aantal keren een sukselvolle konsumentenboykots geweest. In zwarte woonoorden hielden mensen soms een weekend lang een totale boykot van de blanke middenstand. Met deze akties werden grote groepen mensen tegelijk op de been gebracht. Maar kun je, omdat het in Zuid-Afrika sukselvol is geweest, deze aktievorm gewoon overplanten naar Nederland? Er zijn nogal wat verschillen tussen de situatie in Zuid-Afrika en Nederland. het is in Zuid-Afrika een aktie die plaats vindt naast de akties in bedrijven. De mensen hebben daar dus ervaring van kollektieve strijd. De mensen in de zwarte woonoorden leven veel meer in dezelfde situatie dan zoals mensen in Nederland leven. Niet alleen in bedrijven, maar ook in de zwarte woonoorden vormen de zwarten veel meer een kollektief dan de mensen in Nederland, die veel meer individueel, in hun eigen huizen leven. Verder is een boykot tegen een groep winkels veel makkelijker te organiseren, dan een boykot tegen een aantal produkten uit vele winkels. Dit laatste is niet te kontroleren: je zou dan bij iedere kassa in Nederland iemand moeten neerzetten, terwijl er niet eens zoveel mensen op de been te krijgen zijn om zo’n boykotactie te organiseren. Bij een boykot tegen een aantal winkels kan je een picketline houden, of een demonstratie waardoor juist het kollektieve aspekt, wat de aktie sterk maakt, zo duidelijk naar voren komt. Groepen mensen kunnen zich dan aansluiten, en de aktie wordt uitgebreid en wordt een sukses. Steeds meer mensen worden zo betrokken in de strijd tegen apartheid. Verder wordt zo’n aktie slechts een paar dagen gevoerd, en niet jaren achtereen. Het leidt zo niet tot demoralisatie.

Een andere aktievorm is het doorknippen van slangen en andere vernielingen aanbrengen. Hoewel ik iedere schade die wordt toegebracht aan Shell en konsorten toejuich, is ook dit geen aktie die uiteindelijk effectief zou zijn. Op deze manier krijgen arbeiders het idee dat ze zelf niet hoeven te doen, er is een klein groepje heldhaftige mensen die alles wel doet. Deze aktie zal nooit massaal worden. De drempel om mee te gaan doen is veel te groot, plaats en datum zijn altijd een groot geheim (wat ook moet om oppakken te voorkomen) waardoor je nooit massa’s ervoor kunt mobiliseren. Verder wordt zo’n groep iedere keer belast met arrestaties en politieoptreden waardoor ze weer een tijdje niets kunnen ondernemen, laat staan de groep kunnen uitbreiden. Ook dit is dus weer de aktie waar een zeer lange adem voor nodig is, zonder dat er iets uit komt. Ook dit demoraliseert mensen alleen maar.

Maar wat dan wel Het nivo van strijd is nu niet zo hoog als het in de jaren 70 was. Grote vakbondsakties zullen nu minder gauw van de grond komen dan nu. Maar dat betekent niet, dat we dan de arbeidersklasse zonder meer kunnen afschrijven, en dat we relatief veel energie moeten gaan besteden aan akties die weinig opleveren, zoals konsumenten boykots en kleinschalig individueel terrorisme. Uiteindelijk ligt de macht bij de arbeidersklasse. Zij moeten de boykots van kolentransporten in de haven uitvoeren, zij hebben de macht een sanktiebeleid van bedrijven af te dwingen. Door het werk stil te leggen verhinderen arbeiders dat de bazen winst maken, waardoor de bazen hun konkurrentie bedreigd. En de arbeidersklasse begint nu weer van zich te laten horen: zie het artikel over stakingen elders in dit blad. Het is belangrijk zo veel mogelijk mensen te betrekken bij de akties tegen apartheid, zodat mensen zien dat ze deel uit maken van een kollektief dat kan winnen. We moeten juist alle energie die we hebben, gebruik om op grote schaal te mobiliseren voor demonstraties, manifestaties, voor de akties op 15 en 16 juni. En we moeten steeds de vakbondskaders bij de akties betrekken. Ook in de solidariteitsstrijd voor de zwarte arbeidersklasse in Zuid-Afrika geldt: Vertrouw op eigen kracht!

Petra Metzger