DEZE SITE IS VERHUIST

maandag 29 april 2013

Een kroningsoproer in Colombia

Een kameraad van de Rode Lynx vertelt hoe men in Colombia reageert als hij aankomt met onze gekoesterde Oranjetraditie. Luister en huiver.

Door indenvreemde

Ik zit sinds een maand in Colombia. Gelukkig is er hier een Nederlandse gemeenschap die een K(r)oningsfeest organiseert. Op de uitnodiging staat het rekeningsnummer waar p.p. 35 pesos, zo'n 15 euro, naar overgemaakt moet worden. Op zijn Nederlands wordt verwacht dit tijdig te doen, maar, staat erbij, dan krijg je wel rookworst, haring en stroopwafels. Ook wordt nog medegedeeld dat verwacht wordt dat men in oranje komt, of in oranje tint.

Goed, ben altijd wel in voor een feestje. Werd wel een beetje ongemakkelijk toen mijn Colombiaanse vriendin zei dat ze mee wilde. Hoe ga ik haar vertellen van een koning in een ver moerasland? Oranje??? Met een ietwat verdwaasde vriendin líep ik door een winkelcentrum op zoek naar íets oranjes. Het bleek niet makkelijk te zijn. Ondertussen probeer ik haar uit te leggen dat het echt niets uitmaakt wat we kopen, als het maar oranje is. We kwamen in de zoveelste winkel. Om ons heen stonden een aantal keurig aangeklede dames in de rekken naar íets moois te zoeken.

Ik vroeg het winkel meisje naar íets oranjes, waarop het winkelmeisje mij vroeg wat ik dan wilde. Mijn vriendin had het eindelijk begrepen. 'Dat maakt niet uit, als het maar oranje is'. Het meisje en de vrouwen waren verbaasd en keken ons aan. Ik werd ongemakkelijk, er ging íets aankomen. Ik wilde weg. Mijn vriendin voelde dit en dacht wat uit te moeten leggen. Oh nee, ik raakte in paniek, toch niet de waarheid? In een wanhopige poging trok ik mijn bilspieren aan in de hoop dat dit haar zou weerhouden te spreken, maar het baatte niet.

'Deze jongen is van een volk, en zij hebben een koningin.' Alle ogen waren nu op mij gericht. Vol verbijstering keken de dames naar deze jongen met een koningin. De waarheid werd in haar wrede naaktheid over mij uitgekotst. En zij ging verder. 'En nu krijgen zij een koning'. Bij ieder woord dat zij sprak voelde ik mij naakter, ik verkrampte. 'En wanneer zij een koning krijgen moet iedereen van zijn volk oranje keding aan.' Ik kon niet meer, ik zag de verbijsterde ogen van het winkelmeisje, in haar ogen zag ik mijn spiegeling, daar stond ik, naakt, met alleen een peniskoker om mijn geslacht, een speer in mijn hand, terwijl de slierten van de kots van de waarheid over mijn lichaam naar beneden sijpelden. Ik keek opzij, maar ook daar zag ik de naakte primitieveling in de ogen van de dames. Ik wilde wegrennen en schreeuwen 'wij maken tenminste geen vakbondsmensen dood', maar ik deed het niet. Ik weende zacht, naakt, het is waar, ik heb een koningin, ik krijg een koning.